De Achtste Wet van ‘De Wetten van de Magie’
Boekbespreking ‘De Wetten van de Magie’ van Terry Goodkind.
Vervolg op mijn Inleiding van ‘De Wetten van de Magie’ (blog van 8/9), de Eerste Wet (blog van 15/9), de Tweede Wet (blog van 20/9), de Derde Wet (blog van 25/9), de Vierde Wet (blog 2/10), de Vijfde Wet (blog 14/10), de Zesde Wet (blog 20/10) en de Zevende Wet (blog 28/10).
Als je mijn eerdere blogs vanaf de Inleiding t/m de 7e Wet nog niet hebt gelezen raad ik je aan om dit eerst te doen, zodat je de beweging van de energie kunt voelen en de Wet in jou herkend wordt.
Achtste Wet ‘Het Weerloze Rijk’:
De achtste Wet van de magie: wees de zege waardig.
De ‘zuilen der schepping’ zijn in vroegere tijden verbannen naar een gebied in de Oude Wereld, omsloten door een bergpas, waarvan de doorgang is verzegeld door een Tovenaar. De Tovenaar waarschuwde voor deze bannelingen als: zij die geen kwaad kunnen zien. Zij vormen ‘het Weerloze Rijk’. Hoe vreselijk moet dat zijn geweest, om weggestuurd te worden uit je eigen omgeving, ook voor de achterblijvers, alleen maar omdat ‘men’ had besloten dat een bepaald kenmerk (in dit geval: het ontbreken van magie) belangrijker was dan een mensenleven. De manier waarop deze mensen zijn behandeld zou hun kwaad moeten maken en tot handelen aanzetten. In plaats daarvan hadden ze er voor gekozen om alleen het goede in iemand of iets te zien en zich niet te verzetten tegen hun lot, niet te vechten en niet te doden omdat zij anders ‘kwaad’ deden. Allen hoopten zij dat er iemand zou komen die hun zou verlossen uit hun ’ommuurde land’ om hun vrijheid terug te geven, zodat ze weer konden gaan en staan waar zij wilden… en hoopten dat zij erkenning kregen voor hun anders zijn.
Toepassing van de wet: In de wereld is goed en kwaad. Je zult je verstand moeten gebruiken om die twee van elkaar te onderscheiden, zodat je het goede kunt nastreven en het kwade verwerpen.
Je moet de waarheid van de dingen herkennen als je naar evenwicht streeft – of als je wat dan ook werkelijk wilt begrijpen.
‘Ik haat mijn handen niet, omdat ik er iemand mee zou kunnen wurgen. Het is mijn verstand dat mijn handen stuurt. Mijn handen handelen niet vanuit zichzelf. Als je dat denkt, ga je voorbij aan de waarheid van de dingen, aan hun ware aard.
Haat mij niet omdat mijn vader slecht was en bewonder mij niet omdat mijn grootvader goed was.
Ik heb het recht mijn eigen leven te leiden en erkend te worden om wie ik ben en wat ik doe.’
Diny: Je zult zelf in opstand – in beweging- moeten komen en handelen als een situatie je niet bevalt of als je onrecht is aangedaan. Je zult moeten kiezen tussen slavernij of vrijheid.
Tussen welke muren houd jij je gevangen? Op wie wacht jij om je te verlossen?
Ben je bereid om deel te nemen aan de strijd om het leven te bevrijden?
Of laat jij je creatieve kracht wegstromen vanwege een gedachte van blind geloof en overtrad je de zesde wet?
Wordt ZIENDE om de door jou geschapen illusie af te breken.
Ontdek je eigen denkfouten!
Wees vrij!
Wees de zege waardig!